Over asbest
Het mineraal asbest bestaat uit microscopisch kleine vezels. Er zijn verschillende soorten, onderverdeeld in serpentijnen en amfibolen. Serpentijnen hebben gekrulde vezels, de vezels van amfibolen hebben de vorm van staafjes en zijn gevaarlijker.
Onderscheid in de verschillende soorten asbest wordt vaak gemaakt naar kleur. Witte asbest (chrysotiel), een serpentijn, is het meest toegepast. In Nederland heeft naar schatting 85 procent van de aangetroffen asbest deze samenstelling.
Asbest uit de groep amfibolen, zoals blauwe asbest (crocidoliet) en bruine asbest (amosiet), zijn minder vaak gebruikt.
Serpentijnen (gekrulde vezels)
Chrysotiel = witte asbest
Amfibolen (staafvormige vezels)
Amosiet = bruine asbest
Crocidoliet = blauwe asbest
Tremoliet = wit-achtige asbest
Anthophylliet = grijze asbest
De microscopisch kleine asbestvezels zijn voor allerlei toepassingen gebruikt. Soms los, soms gebonden met een ander materiaal. Verschillende soorten asbest kunnen door elkaar verwerkt zijn. Alleen met een elektronenmicroscoop is te zien of iets asbest bevat, en welke soort het is.
Hecht gebonden asbest
Bij hecht gebonden asbest zijn de asbestvezels gemengd met een andere stof, meestal cement of lijm. Het bekendste voorbeeld van het gebruik zijn golfplaten en eterniet wandplaten. Maar er zijn vroeger ook bloembakken, riool-, gas- en waterleidingbuizen van gemaakt. Als hecht gebonden asbest niet beschadigd is, levert het weinig gevaar op voor de gezondheid.
Losgebonden (niet-hecht gebonden) asbest
De asbestvezels kunnen bij losgebonden asbest makkelijker vrij komen, omdat ze niet in een ander materiaal zijn vastgezet. Losgebonden asbest moet dan ook altijd afgedekt of verwijderd worden. Het is bijvoorbeeld toegepast in vinylzeil, brandwerende kleding, afdichtingskoord, isolatieplaten en als spuitasbest.